Vraag en Asatru

Vraag en asatru

Iemand stelde mij de vraag: ‘Wat is asatru dan?'. Het was een oprecht geïnteresseerde vraag van iemand die er niets van wist. Het was een vraag die ik graag wilde beantwoorden, omdat asatru bij mijn leven hoort. Ik had echter geen antwoord. Met wat omschrijvingen heb ik geprobeerd toch iets te vertellen, maar het kwam geloof ik niet heel goed over. Niet zo vreemd ook, omdat ik eigenlijk zelf nogal werd overvallen door het feit dat ik het niet wist. Ik ben niet op mijn mondje gevallen, ik kan aardig overweg met woorden, dus dat was het niet. Het was simpelweg dat ik niet wist hoe ik asatru moest ‘samenvatten'.

En dat frustreert me in niet geringe mate, kan ik U zeggen (met een grijns trouwens, want in de frustratie ligt natuurlijk ook een uitdaging!).

Wat U nu leest is een poging tot het antwoord op die uitdaging. Betekent dat dat ik ondertussen precies weet hoe ik asatru moet samenvatten? Nee. Absoluut niet. En ik weet niet zeker of me dat ooit zal lukken en zelfs niet of ik dat uberhaupt wil. Zie het liever als een soort bespiegeling en in elk geval een poging de vraag te beantwoorden die diegene aan mij stelde.

Asatru is…

U kent misschien wel die tekeningetjes van ‘Liefde is…' (… handen vasthouden, … samen onder een paraplu door de regen lopen', dat werk). Misschien is dat wel de vorm om een eerste antwoord op de vraag te geven.

Asatru is… mooi.
Asatru is… eng.
Asatru is… spannend.
Asatru is… uitdagend.
Asatru is… confronterend.

Makkelijk gezegd, op zich, en deze woorden zijn waarschijnlijk van toepassing op iedereen die met religie bezig is. Je zou dus net zo kunnen zeggen ‘Buddhisme is…', of ‘Katholicisme is…'.

Het kan natuurlijk wel mooi dienen als een raamwerk.

Asatru is mooi. Het geeft me vrienden, al heeft het me wat tijd gekost om me dat te realiseren en om dat te accepteren. Goden en godinnen die me kracht geven, die me helpen, die me een schop onder mijn kont geven, die me soms vasthouden.. Wezens om mij heen, die waken over een land of streek, die waken over mijn huis, die muziek maken en dansen en zingen (ik zeg dit terwijl ik naar buiten kijk, naar het wuiven van een boomkruin, naar wat iele sneeuwvlokjes en denk aan het ruisen van bladeren of de geur van lente of vorst). Het geeft me ook een vorm van geborgenheid. Ik ben nooit echt bang geweest voor de dood. Ik hoop dat ook nooit te worden. Het is mijn hoop dat wanneer ik doodga ik waardig word bevonden om een einherjar te worden, een van de krijgers die tijdens Ragnarok aan de zijde van de goden meevecht (en die tot die tijd, vecht, eet en drinkt -geen slecht tijdverdrijf, dacht ik zo!). En mocht dat niet gebeuren, dan ga ik naar Hel (zeker niet te verwarren met het christelijk themapark van dezelfde naam). Degenen in Hel zijn degenen die na Ragnarok de werelden opnieuw mogen bevolken. En voor het zover is, Hel is een plaats van verlokkingen zoals kennis en verhalen en zeker niet in de laatste plaats de gastvrije vrouwe Hella. Waarom vertel ik dit allemaal? Omdat beide ideeën mij aantrekken. Omdat ik het gevoel heb dat ik niet bang hoef te zijn voor de dood, omdat ik toch wel op een goede plek terecht kom. En dat vind ik mooi.

Asatru is ook eng. Het is geen makkelijke religie. Het is geen religie: ‘ik zeg braaf mijn gebedje voor het slapengaan en als ik wakker wordt, is alles anders/beter/opgelost'. Het is een religie waarbij je altijd zelf verantwoordelijk blijft -misschien niet voor alles wat er gebeurt, want de Nornen weven de draden van je wyrd, je lot. Je bent echter wel verantwoordelijk voor de keuzes die je maakt. Ik kan namelijk misschien niet altijd kiezen of er een splitsing op mijn pad komt, maar het blijft wel altijd mijn keus of ik linksaf of rechtsaf ga. En met die keuzes geef ik de Nornen nieuwe draden om in mijn wyrd te weven. Is dat eng? Ja, voor mij wel, want ik weet dat ik niet altijd de juiste/slimste/beste keuzes maak en dat ook die draden dus in mijn wyrd meegeweven kunnen worden.

Asatru is spannend. Deels door het voorgaande, maar niet alleen daarom. Asatru geeft letterlijk werelden om te ontdekken, wezens om te ontmoeten, avonturen om in terecht te komen. Het geeft een kans om te vechten, te vallen, te leren. Het geeft een kans om te voelen en om te vertrouwen. En dat is spannend, want je weet uiteindelijk nooit zeker wat er gaat gebeuren of wat de uitkomst zal zijn.

In het verlengde hiervan: asatru is uitdagend. In de verantwoordelijkheid en in het avontuur zit de uitdaging om daar wat mee te doen. In de hele religie zit de uitdaging om na te denken. Op het gevaar af arrogant te klinken: asatru is geen religie voor domme mensen. En dan bedoel ik niet in de strikte zin van IQ, want waarom zou je alleen gelovig kunnen zijn boven een bepaald IQ? Wat ik bedoel, is dat je wel moet openstaan voor indrukken. Je moet durven accepteren dat er meer is, dat hen die je ontmoet soms misschien andere ideeën hebben en dat je met de een beter zult kunnen opschieten dan de ander.

En ja, asatru is confronterend. Ook dit grijpt weer terug op het voorgaande. Doordat je keuzes in je wyrd geweven kunnen worden, kan het zijn dat je later een draad ziet waarvan je zoiets hebt: ‘had ik dat maar nooit gedaan,' of: ‘had ik toen maar een andere keus gemaakt'. Je ziet jezelf terug in een spiegel die niet flatteert. Het is confronterend omdat uitdagingen confronterend kunnen zijn -je zult niet iedere uitdaging aangaan of aankunnen en dat is soms niet makkelijk.

En dan

Zo… Wauw… Klinkt dit negatief? Nee, voor mij niet. Eng? Ja, absoluut. En toch is er geen haar op mijn hoofd die er aan denkt om iets anders dan asatruer te zijn. Ik ben altijd al religieus geweest, maar bij asatru voel ik me thuis. Het maakt die ‘klik' waarvan je weet ‘dit is het'. Het is ingebed in mijn leven, het is deel van mijn leven en ondanks het feit dat het niet altijd makkelijk is, kan ik me eigenlijk geen leven zonder asatru en zonder al die rare en lieve en gekke goden en godinnen en andere wezens voorstellen.

Ik begon al met ‘asatru is mooi'. Ik denk dat dat dan toch de kern voor mij is. Want goed en slecht, reuzen en goden, vreugde en valkuilen, het is wel mijn leven.

Tot slot nog één klein dingetje. Iemand heeft gezegd (danwel, zou gezegd hebben): ‘er zijn zoveel vormen van asatru als er asatruers zijn.' Ik heb die kreet in mijn hart gesloten. Het betekent namelijk dat ik altijd mijn geloof heb, maar het betekent ook (hier komt de disclaimer ) dat dit slechts mijn verhaal is en dat wat voor mij geldt en werkt, niet voor een ander hoeft te gelden.

Stilleward